Cookiebeleid
Deze website maakt gebruik van cookies. Om meer te vernemen over het gebruik van deze cookies, klik hier. Als u verder surft, geeft u Medical Diet Center toelating om deze cookies te gebruiken. Opgelet, het blokkeren van bepaalde cookies verhindert het correct functioneren van de website.

Extra

L-carnosine onthult zijn geheimen…

De eigenschappen van L-carnosine worden steeds meer in kaart gebracht. Het zou beschermen tegen ischemie, complicaties van diabetes (macrovasculaire complicaties, met inbegrip van hypertensie en versnelde atherosclerose) en celveroudering. En beschermt het ook tegen de invloed van het weer?

L -carnosine is een dipeptide (beta-alanine + histidine) dat wordt verkregen na de vertering van vlees in de maag en de darm. Het zit vooral geconcentreerd in de skeletspieren, het hart en de hersenen. Hersencellen leven immers heel lang (beperkte turnover) en zijn onderhevig aan de agressies van de tijd, zoals glycatie of oxidatieve stress. L-carnosine zit geconcentreerd in de spieren en de hersenen en zou als buffer werken door te reageren met carbonylderivaten (d.w.z. ze bevatten een of meer dubbele bindingen van koolstof-zuurstof). Dan gaat het onder andere over methylglyoxaal en ROS (Reactive Oxygen Species of reactieve zuurstofcomponent). Het zou dus een gediversifieerde beschermende werking hebben omdat het glycatie kan tegengaan. Hoewel ons lichaam L-carnosine van nature aanmaakt, neemt de productie ervan af met de leeftijd, waarbij het carnosinegehalte tussen de leeftijd van 10 en 70 jaar met meer dan de helft daalt. Die productiedaling gaat onder meer gepaard met huidverslapping en spierafbraak. Pas in het begin van de jaren 2000 ontdekte dr. Sergey Stvolinsky het effect ervan op de levensduur van cellen.

VOEDINGSBRONNEN
L-carnosine vinden we in heel grote hoeveelheden terug in paardenbil, kalkoenfilet, varkensham en biefstuk. We zien het ook in kip, maar in kleinere hoeveelheden. In voedingsmiddelen uit de zee of van plantaardige oorsprong is het slechts in zeer lage concentraties aanwezig, waardoor vegetariërs en veganisten sneller een tekort kunnen oplopen.

DE VOORDELEN
Antiveroudering
Er is aangetoond dat L-carnosine reactieve zuurstofcomponenten (ROS), ook wel ‘vrije radicalen’ genoemd, en alfa-bèta-onverzadigde aldehyden, gevormd door de peroxidatie van vetzuren in het celmembraan tijdens oxidatieve stress, insluit. Daardoor vertraagt deze stof het verouderingsproces van de cellen (senescentie) en verjongt ze de gezonde cellen.

Ondersteuning bij sportbeoefening
Dit peptide vermindert het melkzuurgehalte tijdens sprints en ook tijdens duurinspanningen, omdat het beschermt tegen methylglyoxaal en ROS. Het draagt dus bij tot de goede werking van de mitochondriën. 

Neuroprotectie
Door zijn rol in de bescherming van de neuronen en werking tegen apoptose zou L-carnosine de progressie van de ziekte van Parkinson en de ziekte van Alzheimer kunnen vertragen. Het heeft ook een beschermende rol als het over het zenuwweefsel gaat (antioxidant, antiglycant, tegen cellulaire cross-linking). Aangezien de hersenen alleen glucose als brandstofbron gebruiken, kunnen we makkelijk begrijpen dat een molecule als carnosine heel waardevol is in de strijd tegen oxidatie en neuronale afbraak.
 
Antiglycant
L-carnosine beschermt tegen celdood veroorzaakt door AGE’s (Advanced Glycation End-products). Zo helpt het de ontwikkeling van diabetes en de complicaties ervan te bestrijden door de podocyten (epitheelcellen van het kapsel van Bowman ter hoogte van de glomerulus van de nier) en de mesangiale cellen van het juxtaglomerulaire apparaat te beschermen. AGE’s en vasculaire ontsteking kunnen leiden tot versnelde atherosclerose bij diabetici. Volgens een recente Iraanse studie zou carnosinesupplementatie niet alleen inwerken op de nuchtere glykemie, maar ook op de triglyceriden- en AGE-concentratie bij patiënten met diabetes type 2.

Bescherming tegen cataract
Opaciteit van de lens kan verband houden met (onder meer) AGE’s en zo leiden tot een progressieve afname van de gezichtsscherpte. Door glycatie tegen te gaan, kan carnosine cataract en de ontwikkeling van oogcomplicaties bij diabetes efficiënt voorkomen. 

Anti-inflammatoire rol
Chondrocyten zouden ook gevoelig zijn voor oxidatieve stress, wat impliceert dat carnosine een preventieve rol zou kunnen spelen bij de afbraak van gewrichtskraakbeen. 

Remming van de proliferatie van kankercellen
Carnosine zou een antiproliferatieve werking hebben door op het niveau van de glycolyse te werken en zo de groei van tumorcellen af te remmen of te vertragen.

Alcoholische steatohepatitis
Vitamine E-geassocieerd L-carnosine bleek verlagingen te veroorzaken van ROS, malondialdehyde-niveaus, myeloperoxidase-activiteit, expressie van de TGF-bèta 1-groeifactor (TGF-bèta 1) en expressie van collageen 1-alfa 1 (COL1A1). Dit ondersteunt de effectiviteit van de combinatie carnosine + vitamine E bij het verminderen van pro-inflammatoire en pro-oxiderende factoren en fibrotische factoren in de lever bij alcoholische steatohepatitis. Er is aangetoond dat carnosine de serumtransaminaseactiviteit verlaagt en bepaalde leverlaesies verbetert. 

Preventie van hoge bloeddruk
Carnosine kan hypertensie verminderen door in te werken op de systemische arteriële vasodilatatie. Methylglyoxaal reageert heel snel met arginine, een precursor van NO, en wordt rechtstreeks in verband gebracht met een hoge bloeddruk.

Wondgenezingsproces
L-carnosine veroorzaakt een toename van de expressie van groeifactoren en cytokinen die betrokken zijn bij de wondgenezing.

Methylglyoxaal: een heel pro-oxiderend carbonylderivaat
Methylglyoxaal wordt soms beschouwd als de ontbrekende moleculaire schakel tussen stofwisselingsziekten, veroudering en degeneratieve ziekten. Het heeft 2 carbonylgroepen, waardoor het heel reactief is. De voornaamste bron van methylglyoxaal blijft glycolyse, de afbraakroute van L-threonine, de route van acetoacetaat, hexoses/pentoses. Het is de gevaarlijkste glycator die in staat is lipiden en protiden aan te tasten en DNA te oxideren, waardoor AGE’s (Advanced Glycation End-Products) ontstaan. Methylglyoxaal beschadigt eiwitten omdat het de disfunctie van de mitochondriën in de hand werkt en de proteosomale activiteit remt. Op mitochondriaal niveau dringt methylglyoxaal de mitochondriën binnen en glyceert het mitochondriaal DNA, waardoor – naast mitochondriale disfunctie – oxidatieve stress ontstaat. Glutathion (uit cysteïne) in gereduceerde vorm is nodig om methylglyoxaal te ontgiften. De toxiciteit van AGE’s is gebaseerd op 3 mechanismen: de interactie tussen AGE’s en hun RAGE-receptor, weefselafzetting en in situ glycatie. AGE’s veroorzaken een ongunstige, profibrotische, pro-inflammatoire en procoagulerende celrespons, zowel in de weefsels als in de doelorganen.

VOOR EEN PREVENTIEVE (PRIMAIRE EN SECUNDAIRE) AANPAK VAN GLYCATIE
Om oxidatieverschijnselen zoals atherosclerose (vorming van geoxideerd LDL) tegen te gaan, worden vitamine E, liponzuur (R-vorm) en L-carnosine toegediend. Een diabetespatiënt kan ook nog vitamine B6 in een dosis van 20mg/d nemen (niet giftig in deze dosis, maar beperkt tot 2mg/d bij de niet-diabetespatiënt), aangezien dit ook een factor is die methylglyoxal ‘insluit’. L-carnosine is dus van belang in alle situaties of pathologieën die met aanzienlijke oxidatieve stress gepaard gaan: bij diabetici, bij degeneratieve neuronale aandoeningen (alzheimer, dementie…). Maar ook bij sportbeoefenaars, vooral bij topsporters, en om het verouderingsproces te vertragen. Om veroudering in al zijn vormen te bestrijden, worden regelmatige en plezierige lichaamsbeweging, een gezonde en evenwichtige voeding, en dagelijkse supplementatie met liponzuur (R-vorm), vitamine B1, B3 en L-carnosine aanbevolen. Er bestaan ook topische producten om rimpels te bestrijden.

Alle artikels